Op de radio klinkt: “Leave the light on” van Beth Hart. Ik zet hem flink hard en brul mee, terwijl de tranen over mijn wangen rollen. Ik rij met de bus naar Uffelte. Ted zal later volgen met de camper. Hij is nog niet klaar met de bedrading van de zonnepanelen. Tess is al bij onze vrienden in Uffelte.
Ik vind het fijn om deze rit even alleen te doen, want ik heb het er moeilijk mee en dat lijkt gek want we gaan naar vrienden waar we veel van houden en heel veel plezier mee hebben. En toch voel ik me intens verdrietig. Na ruim een maand bij onze vrienden in Giethoorn te hebben vertoefd, is daar dan toch een afscheid. De grap is dat ik er voor koos om een deel bij hun te zijn en een deel bij onze vrienden in Uffelte, omwille van Tess. En nu blijk ik de enige te zijn die afscheid nemen lastig vindt, hoe grappig is dat?
Ilja is in een heel korte tijd een heel goede vriendin geworden. Ik leerde haar kennen toen ik bij het IBBO vertelde dat ik werkte aan de vrijstelling van schoolplicht voor Tess. Zij wilde dit ook graag voor haar kinderen en zo kwamen we in gesprek en vanaf dat moment ging het heel snel. Wij zijn allebei een beetje anders dan anderen en waren allebei blij verrast dat er nog een soortgenoot rondliep en dan ook nog binnen een straal van 10 km. En toen ik vertelde dat we gingen rondreizen in onze camper, vond Ilja dat leuk voor ons, maar zeker niet voor zichzelf.
En zo was het ook voor Esther. Zij moest een paar jaar geleden afscheid nemen van een vriendin die naar Frankrijk verhuisde en was niet blij toen ze hoorde dat ik ook de hort op ging. Ze had een déjà vu en ook zij gunt ons het allerbeste, maar kijkt ook vreselijk op tegen het afscheid. Esther heb ik ontmoet bij Maminka op de Veendijk. Haar dochter is een jaar na Tess geboren en Esther zelf is een jaar jonger dan ik. Ook bij Esther was het krijgen van kinderen niet vanzelfsprekend en dus was daar ook direct een klik.
Toen ik bij Esther arriveerde, vertelde ik haar hoe moeilijk het afscheid was geweest bij Ilja en daar liepen de tranen weer over mijn wangen. Ze zei dat ze het helemaal begreep en dat zij er ook echt nog niet aan moest denken dat wij gingen vertrekken, omdat zij het dan ook op een brullen zou zetten.
En dit is wat mij betreft het enige nadeel van onze reis, het afscheid nemen van de mensen waar we van houden. Want wij zijn gezegend met veel dierbare mensen om ons heen en doordat we zo veel liefdevolle mensen om ons heen hebben, zien we ook niet iedereen evenveel. Voor een aantal van hen, moeten we ver reizen en anderen wonen om de hoek. De grap is dat we door ons drukke leven, veel mensen soms een jaar niet zagen en in dat opzicht verandert er niet zo heel veel. We zijn alleen qua afstand een stuk verder weg straks. En toch gebeurt er van alles van binnen. Ik realiseer me dat even knuffelen er niet meer bij is, evenals een gezellig gesprek naast elkaar op de bank of aan de keukentafel.
Van veel van mijn vriendinnen draag ik iets bij me. Zo heb ik van Margareth een zacht dekentje, waar ik bijna iedere avond onder zit. Van Sandra heb ik een afwasborstel in de vorm van een gezellige bloem. Van Ilja heb ik een toffe spijkerbroek en van mijn zusje heb ik een ring. En zo zijn ze toch een beetje bij me.
Naast mijn eigen emoties en de liefde die ik voel voor de mensen die we achter laten, is er ook de uitdaging van het innemen van mijn eigen ruimte. Door deze reis wordt dat enorm uitvergroot. Ik vind het namelijk ook heel vervelend om mensen achter te laten, omwille van hun verdriet. En ik merk dat ik nog steeds anderen voorrang geef in mijn leven. Dat ik dingen doe voor anderen, die ten koste gaan van mezelf en als ik voor mezelf kies dat ik daar dan niet volledig van kan genieten, omdat anderen even geen gebruik kunnen maken van mijn diensten.
Ik schrijf daar graag verder over in een volgende blog, want die is super interessant, zeker ook omdat een aantal van mijn vriendinnen met precies hetzelfde vreemde patroon rondlopen. En het lijkt ook een beetje een vrouwending te zijn.
Trackbacks/Pingbacks