Wonen in een camper is iets heel anders dan wonen in een huis. Toen wij besloten om in een camper te gaan wonen, waren er aardig wat mensen in onze omgeving die een wenkbrauw optrokken. De meesten van hen keken mij dan vragend aan, want tot voor kort noemde ik kamperen nog: “kramperen”.
Mijn ouders hadden ooit een oude stadsbus gekocht, die ze hadden omgebouwd tot camper. Helaas hebben ze het motorische gedeelte van de bus nooit aan de praat gekregen, waardoor we lange tijd op een, voor kinderen, oersaaie plek hebben gestaan. De bus deden ze weer weg en daarvoor in de plaats kwam een boot, die een ligplaats tussen de kassen had. Behalve dat het er loeiheet was, was ook daar niet veel te doen. Uiteindelijk kochten ze een stukje grond, met een ligplaats ervoor en hoewel we er meer ruimte hadden om te spelen, bleef het oersaai. Er recreëerden voornamelijk hoog bejaarden en er waren zelden tot nooit andere kinderen om mee te spelen. Op alle plekken wasten we af met koud water en was al het andere ook zeer primitief. Dat en een paar jaar oefenen met het leger in tentjes, bepaalden mijn beeld van kamperen.
Ted had een heel andere ervaring. Die had met zijn ouders menig vakantie doorgebracht op leuke campings met veel andere kinderen. Hij draagt een koffer bij zich vol met prachtige herinneringen omtrent kamperen. Vanuit dat perspectief heeft hij me meerdere malen geprobeerd over te halen om op de een of andere manier te gaan kamperen, maar voor hem helaas zonder resultaat.
Toen ik voorstelde om in een camper te gaan wonen en er zelfs in te gaan rondreizen, viel zijn kin op tafel van verbazing. Misschien dat dat ook heeft bijgedragen aan zijn akkoord, omdat hij gewoon niet kon geloven dat ik daartoe in staat zou zijn.
Mijn gebrek aan kampeerervaring en eigenlijk ook Ted zijn gebrek aan ervaring met het leven in een camper, heeft in korte tijd al heel wat bloopers opgeleverd, waarvan de laatste resulteerde in een flinke beschadiging aan het asfalt voor de deur van onze vrienden in Hongarije.
Een van de eerste fouten die we maakten, was het open laten van de dakluiken toen we een dagje weg waren. We stonden toen in Nederland en kwamen ’s avonds vermoeid terug in de camper. Toen we in bed wilden stappen, vroegen we ons af of we de camper hadden gekocht met waterbedden.
Dakluiken kun je ook prima open laten staan tijdens het rijden met de camper. Dat geeft een heerlijke frisse wind door de camper en vreemde blikken van mensen in het verkeer, die zitten te wachten tot de dakluiken van de camper worden gerukt door de rijwind.
Wat ook heel leuk is, is als je geliefde de camper een stukje verplaatst om de aanhanger erachter te hangen en dan vergeet om de luifel in te draaien. Ik ben blij dat hij maar een klein stukje naar voren hoefde en er niet voor koos om eerst naar de waterplaats te rijden. Toen ik hem wilde helpen met de aanhanger aankoppelen, zei ik grinnikend dat het toch handiger was om de luifel voortaan eerst in te draaien. Met schaamrood op zijn wangen, pakte Ted de slinger uit de garage om de luifel in te draaien.
Gierend van het lachen bespraken we met elkaar de nacht ervoor waarin we in onze onderbroek naar buiten renden, omdat we de luifel waren vergeten in te draaien en er ineens een zware storm opstak. We hebben nog nooit zo snel een luifel ingedraaid en tafel en stoelen opgeruimd. We waren nog zo gewaarschuwd door onze vriend Guido en toch waren we het vergeten. Aan de andere kant van de heg was nog een stel aan het racen om de boel op tijd binnen te krijgen, blijkbaar doen er meer camperaars aan “mind-emptiness”. Grappig detail is dat je er pas in de camper weer achter komt dat je in je ondergoed naar buiten bent gerend.
Een tijdje terug toen ik driftig de douche aan het schoonmaken was, stootte ik per ongeluk met mijn iets-dikker-geworden-kont-door-de-lekkere-taartjes-in-Italië de kraan van de douche open. En voor een camper hebben we een heel krachtige douche, die de hele badkamer en mij helemaal zeiknat had gemaakt, voordat ik de kraan weer dicht had.
Onze laatste blooper was een klassieke ik-weet-het-heus-wel actie van Ted. We kwamen 2 dagen geleden aan in Hongarije bij onze vrienden, die een vrij stijle oprit hebben voor hun erf. Toen Ted erop wilde rijden met de aanhanger, kwam hij maar halverwege. Ondertussen stonden Freek en ik wild naar hem te zwaaien dat het niet goed ging. Freek stelde voor om de aanhanger af te koppelen en voor de deur in de berm te zetten. Ik briefde het advies door aan Ted. Ted zei dat hij de oprit niet opkwam omdat de camper dat niet aankon en hij riep: “Ruik je het? De koppelingsplaten stinken”. Voorzichtig opperde ik nog, dat het door de aanhanger kwam, maar hij wist heus wel wat wel en niet kon. Hij stak de camper weer naar achteren en deed een tweede poging. Freek begon nog wilder te zwaaien en ik vroeg hem of hij zelf even naar Ted wilde lopen. Toen hij uit de camper kwam om te kijken, zag hij dat hij het asfalt had gemold met de dissel van de aanhanger. De gezellige blos kwam weer op zijn wangen, terwijl hij de aanhanger loskoppelde. Samen duwden we de aanhanger in de berm, waarna Ted probleemloos de camper de oprit opreed. Ik loodste Ted naar de standplaats, waar we gebruik moesten maken van de keggen om recht te staan. Uiteindelijk maakte ik het geklooi compleet, door de keggen scheef te zetten. De camper stond als een soort ballerina op het puntje van de voorste keg. Freek keek me aan met een blik van: “Really?”, waarop Ted uitstapte en dezelfde blik trok. Samen schoten we in de lach en riepen in koor: “Tijd voor een borrel!”
Dakramen!! Herkenbaar. Nog zo één, kurken onder de ruitenwissers vergeten weg te halen. En wat dacht je van, trapje vergeten in te trekken.
Veel camperplezier 💪😎
Hahaha, ja die zijn ook goed. Wij hebben geen inklapbaar trapje, anders stond die er vast tussen 🙂
Geweldig 🤣🤣🤣🤣